Manon Liest en Annelies Plas

Van moeilijke brief tot pittig gesprek: cliëntondersteuners helpen mee

Nederland is een prachtig land. Ga maar na: voor bijna elk probleem hebben we een oplossing. Extra zorg, uitkeringen, hulpmiddelen: er is veel mogelijk. Maar kan iedereen die hulp vinden? Nee, helaas niet. Onze wetten en regels maken een aanvraag vaak lastig. Gelukkig hebben we in Ermelo cliëntondersteuners. Manon Liest (46) en Annelies Plas (49) werken bij MEE Veluwe en helpen iedereen. Zij luisteren goed en denken graag mee. “Want een steuntje in de rug maakt al zoveel verschil.”

De afspraak voor het interview is in het gezondheidscentrum aan de Dokter van Dalelaan. De meeste mensen kennen dat gebouw dankzij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Maar ook MEE Veluwe heeft er een eigen ruimte. Best handig, vertelt Manon. Want de cliëntondersteuners krijgen tijdens hun gesprekken regelmatig vragen over kinderen en jongeren. Dus indien nodig is een lijntje naar het CJG snel gelegd.

Manon is inmiddels 2,5 jaar cliëntondersteuner in Ermelo en hoeft zich niet te vervelen. Mensen bellen zelf om hulp. Of nemen contact op na doorverwijzing via een arts of maatschappelijk werk. Ze vindt het lastig inschatten of ‘heel Ermelo’ inmiddels weet dat deze hulp beschikbaar is. “Maar alle partnerorganisaties weten ons sowieso te vinden. En wij hen, want daar vorm je een netwerk voor. We nemen ook deel aan het Sociaal Team, bijvoorbeeld.”

Even goed om te weten: alleen Manon komt in dit interview aan het woord. Haar collega Annelies is namelijk net begonnen en zit nog in de inwerkperiode. “Annelies werkte jarenlang in de Jeugdzorg en deed Ambulante Woonbegeleiding. Ook zij vindt dat persoonlijke contact heel belangrijk en dat is cruciaal binnen ons werk; die echte aandacht voor mensen.”

Om te beginnen legt Manon de rol van ondersteuner uit. Want soms bestaat er misverstand over.

“We zijn zelf geen hulp- of zorgverlener, maar ondersteunend in het contact met al die organisaties. We zijn ook onafhankelijk en onze hulp is gratis. In de meeste gevallen komt het aan op vraagverduidelijking. Wat heeft iemand nodig? Het is doorvragen en goed luisteren. Gelukkig krijgen we daar ook de tijd voor van de gemeente Ermelo. Ja, die heeft dat goed geregeld. Er zijn ook gemeenten die er minder geld voor beschikbaar stellen. Maar op langere termijn sparen wij veel kosten uit. Als de hulpvraag duidelijk is, kan iemand gemakkelijker een instantie benaderen en lopen problemen niet zo snel uit de hand.”

Manon maakt vaak een verslag van een gesprek. Mensen vinden het heel prettig als er iets op papier staat. Dat geeft rust en overzicht.

“We helpen veel mensen met een licht verstandelijke beperking. Ook hebben we te maken met mensen die de taal onvoldoende vaardig zijn. Officiële brieven en formulieren - maar ook gesprekken trouwens - roepen soms meer vragen op dan antwoorden. Door samen te lezen en uitleg te geven, kan je iets betekenen. Bij een belangrijke afspraak kunnen we eventueel mee op gesprek. Of we zoeken uit wat een instantie precies wil weten. Meestal lossen we echt iets op voor mensen, dus dat geeft veel energie.”

Elke organisatie werkt weer anders en regelingen veranderen continu.

“Ook voor ons is dat bijna niet bij te houden. Gelukkig werken we bij MEE in een team met meerdere specialisten. Ook op juridisch en financieel gebied. We kunnen dus van elkaars kennis gebruik maken. Mijn vader zei vroeger vaak: het is niet belangrijk wat je weet, maar wie je kent. Dat geldt ook hier. Ik heb écht niet zelf op alle vragen antwoord, maar ik weet wel bij wie ik terecht kan. Ja, ook buiten MEE. Die zorgkaart hebben we goed in beeld. Als je mensen kent, kun je snel schakelen.”

De cliëntondersteuners beperken zich niet alleen tot de zorg, vertelt Manon.

“Het is heel divers. We helpen iedereen met een vraag over wonen, zorg, opvoeden, leren, werken, wetten en regels. Maar ondersteunen ook bij vragen over vrienden, relaties, sport en geld. Dat kan een traject van een half jaar zijn, maar ook een kort advies aan de telefoon. Heel uiteenlopend. En we zijn er écht voor iedereen: ook voor hoogopgeleiden. Die kunnen zich bij een aanvraag net zo goed verslikken in alle regelgeving.”

Ook tijdens deze coronaperiode blijven de hulpvragen komen. Ondanks alle beperkingen proberen de ondersteuners zo goed mogelijk te helpen.

“Soms maak ik een wandeling of plan ik de afspraak buiten. Als dat niet lukt, kan het ook telefonisch. Onze specialisatie ligt bij mensen met een beperking en chronisch zieken; een fysieke ontmoeting is dus belangrijk. Bij iemand thuis kom je sneller tot de kern, is mijn ervaring. Je kan meekijken in de woning, familie spreken en beter aansluiten bij alle omstandigheden. Vaak denk ik: hier speelt nog véél meer. Als je er bent, kan je daar naar informeren.”

“Het zit ook in tijd en aandacht. Veel mensen vinden het tempo in onze samenleving te hoog; op een spreekuur of tijdens een consult krijg je de dingen vaak maar een keer goed uitgelegd. Regelmatig hoor ik: wat fijn dat er écht naar mij is geluisterd. Eerlijk gezegd vind ik dat ook schokkend; blijkbaar is het niet vanzelfsprekend.”

“Situaties veranderen, dus we denken ook mee over het vervolg. Bijvoorbeeld bij een cliënt die terminaal ziek wordt. Of iemand die niet meer kan werken, maar wel dagbesteding nodig heeft. Daar vraag je dan een indicatie voor aan. In al die omstandigheden kunnen we een schakel zijn.”

“Er zijn ook zorgaanbieders die vragen of wij willen meedenken over de beste oplossing voor een cliënt. Dan breng je in kaart waar iemand tegenaan loopt en zoek je uit wat iemand nog wél kan. Samen maak je een plan van aanpak en dat is altijd maatwerk; iemands verhaal is leidend.”

Als Manon iets zou mogen veranderen in haar werk, dan is het wel de bureaucratie binnen de zorg.

“We hebben dankzij wet- en regelgeving allemaal schotjes tussen organisaties en behandelingen. Van zorgverzekering tot WLZ en Jeugdwet. Maar iemand die zorg nodig heeft, zit niet te wachten op gedoe. Of verschillen tussen organisaties; die zorgen juist voor vertraging. Als cliëntondersteuners hebben we ook een signalerende functie: als ik een verbetering zie, dan laat ik ‘t weten aan organisaties.”

“Veel mensen lopen aan tegen formulieren met moeilijke woorden. Als je vluchteling bent en de taal nog niet spreekt, heb je al een behoorlijke achterstand. Maar ook de cultuur en de manier waarop we zijn georganiseerd is vaak moeilijk te doorgronden. Daar hebben we dus ook aandacht voor.”

“Bij een aanmelding proberen we direct een afspraak te maken. Het streven is om binnen een of twee weken contact te leggen. Bij cliënten voelen we druk: iedereen wil snel hulp. Meestal hebben ze te lang gewacht. Als die stap eenmaal is gezet, moet er in hun beleving direct iets gebeuren. Dat doet ook wel iets met mij, want ik zie hoe mensen kunnen vastlopen.” 

In een gesprek probeert Manon de zaken te visualiseren. Zo maak je de hulpvraag en het plan van aanpak concreet.

“We zeggen vaak: wat zijn de dingen die je graag wilt veranderen in je leven? Hoe kan je beter meedoen? Waar liggen je prioriteiten? We doen ook veel met de methode Positieve Gezondheid. Dan kijk je veel meer naar de context en zoek je samen naar - soms heel praktische - oplossingen om iemand weer in zijn kracht te zetten. Het netwerk van een cliënt is enorm belangrijk, maar in de hulpverlening gaat dat nog weleens mis. In Nederland stellen we gemakkelijk de vraag: wie kan jou daarbij helpen? Maar dat voelt alsof iemand het voor jou moet oplossen. Wij zeggen liever: wie uit jouw netwerk kan even meedenken? Meestal levert dat veel meer op.” 

Als mensen zelf niet gemotiveerd zijn, is ondersteuning en hulpverlening lastig.

“Ik hielp een jongeman met een licht verstandelijke beperking en ADHD. Hij hield zijn hele omgeving bezig. Iedereen was druk met hem. Hij jatte veel, vocht vaak, luisterde niet naar zijn moeder, had schulden, was verslaafd. Maar als er iets gebeurde, dan loste zijn omgeving het wel op. Behandelingen brak hij na een paar sessies af. Het kostte veel geld en het loste niets op, maar niemand vroeg zich af wat hem werkelijk bezighield. Waar droomde hij van? De jongeman was alleen maar aan het overleven en had het gevoel dat iedereen iets van hem wilde. Hij wilde juist zelf richting geven aan zijn leven. Ik gaf ondersteuning om zijn toekomstperspectief duidelijk te krijgen.”

Manon hoopt dat ze in de toekomst nog meer maatwerk kan bieden. Soms heeft dat ook met durf en lef te maken, vertelt ze.

“Kortgeleden hielp ik een man; hij was ziek en slecht ter been en kon niet meer werken. Inmiddels had hij schulden. Daardoor kon hij zich niet aanvullend verzekeren en werd de fysio niet vergoed. Daar lag de sleutel: als hij de dingen weer zelf kon doen, had hij alle hulp niet nodig. Via de participatieklantmanager van de gemeente kon ik een tijdelijke vergoeding voor fysio aanvragen. Na vier maanden oefenen kon hij zelf weer van de trap af in zijn bovenwoning. Nu doet hij conditietraining. Waarschijnlijk kan hij over een maand zelf weer boodschappen doen en is de huishoudelijke hulp niet meer nodig. De ambulante woonbegeleiding kan twee uur minder en de gesubsidieerde taxipas is overbodig, want hij kan zelf lopen en fietsen. Via zijn huurbaas regelde ik dat hij boven een wasmachine mocht gebruiken. En na een oproep op Facebook had ik ook nog een wasrekje gevonden. Ja, bij elkaar steek je daar best wel tijd in, maar het resultaat mag er zijn. Dit is toch voor iedereen winst?”