Ermelose gezichten in coronatijd
De coronacrisis staat voor veel van ons voor een hele moeilijke periode in ons leven. Er zijn mensen ernstig ziek geworden en overleden. Sommige mensen verliezen hun baan. Diplomauitreikingen, familiebijeenkomsten en andere zaken die het leven mooi maken gaan niet door.
Op hetzelfde moment zijn er sinds de uitbraak van corona door het hele land hartverwarmende initiatieven. Nederlanders zijn er voor elkaar. De regering wil samen stil staan bij de gevolgen van de coronacrisis en is 6 oktober een campagne gestart waarin we als Nederlanders ‘aandacht voor elkaar’ hebben.
Ook Ermelo doet mee aan deze landelijke campagne. Daarom plaatsen wij mini-portretjes van Ermeloërs die vertellen wat hen heeft geraakt in deze tijd van corona.
Werknemer Proson Martijn Schoonhoven

“Sinds anderhalf jaar woon ik in Ermelo. Ik werk bij Proson en geef voorlichting bij Bartiméus over hulpmiddelen voor mensen met een visuele beperking. Zelf zie ik nog maar 3 tot 4 procent. Op mijn vierde werd RP vastgesteld. Retinitis pigmentosa is een pigmentprobleem in de ogen. Belangrijke onderdelen krijgen te weinig voeding waardoor zwarte vlekken ontstaan. Ook werd het syndroom van Laurence-Moon-Bardet-Biedl geconstateerd. Tussen mijn achtste en tiende ging mijn zicht heel snel achteruit. Daardoor veranderde mijn leven volkomen. Minder vriendjes, minder mogelijkheden. De impact was enorm.”
“Dankzij training kan ik in huis prima mijn weg vinden. Ook bekende routes naar werk, huisarts en kerk zijn geen probleem. Maar sinds het coronavirus is het allemaal ingewikkelder. Ik gebruik mijn mond veel en dan is een mondkapje vervelend. Ik maak klikgeluiden en door de echo kan ik mij beter oriënteren. Dat is nu lastig. Mijn begeleider gaat voor weekboodschappen mee naar de supermarkt. Daar deed een medewerker opeens moeilijk omdat we niet allebei een karretje meenamen. Hij werd later op het matje geroepen door zijn chef, maar ik vind dat vervelend om mee te maken.”
“Je bent door je visuele beperking meer aan huis gebonden in deze periode. Niet iedereen begrijpt dat. Gelukkig rijdt de regiotaxi wel en heb ik sinds september een partner. Zij heeft geen beperking en dat is fijn. Dan kunnen we samen eens een ander rondje wandelen. Dankzij ambulante begeleiding krijg ik thuis hulp met mails versturen en koken. En ik blijf sporten: ik doe veel aan goalball. Dat is geweldig. Op zich valt deze tijd nog mee, voor mij. Maar bij ouderen en veel andere mensen met een beperking valt het sociale deel weg. Alles zit dicht. Ik vind dat daar meer aandacht voor moet zijn.”
“Ik heb vertrouwen in de toekomst. Niet door mensen of vaccins, maar omdat ik in God geloof. Daar haal ik alle troost uit. Er is soms een verkeerd beeld over de kerk. Geloof zit in je hart. Het gaat om een relatie. Ik kan met God praten en Hij praat terug door dingen in de natuur, door een lied. Het is zoals de wind: die zie je niet, maar voel je wel.”

“Vorig jaar februari, een maand voor de eerste lockdown, nam ik het beroep aan naar Ermelo. Van het virus merkten we nog weinig. Ik keek er naar uit om predikant te zijn van de Gereformeerde Kerk. Er was verteld over de vele vrijwilligers en kerkelijke activiteiten; dat maakte mij enthousiast. Maar ja… Een paar weken later zag de wereld er compleet anders uit. Alles kwam stil te liggen, kerkdiensten gingen online. Ik dacht: we verhuizen naar Ermelo, hopelijk verandert de situatie snel…”
“Bij mijn intrededienst in augustus waren de maatregelen iets versoepeld. De kerk mocht honderd bezoekers ontvangen en ik voelde mij welkom in het dorp. Toch blijft het steeds omschakelen: dit is niet waar je op hoopt als je ergens nieuw begint. Je wilt veel mensen ontmoeten en het dorp echt leren kennen. Dat lukt al aardig, maar het is anders dan anders. Veel gesprekken voer je telefonisch. Als het even kan, ga ik bij mensen op huisbezoek. Ik houd dan drie meter afstand. Dat echte contact is waardevol. Zeker in deze tijd: mensen willen hun verhaal kwijt. Ik vind het ook fijn om te zien hoeveel troost en hoop het geloof geeft.”
“Mijn man en ik werken nu allebei vaak vanuit huis. Daardoor kunnen we er ook overdag zijn voor onze tweeling. Ze zijn twaalf en gelukkig best zelfstandig. Natuurlijk, het is thuis aanpassen, maar het lukt om alles te combineren. Hiervoor woonden we in Moordrecht, bij Gouda. Van Zuid-Holland naar de Veluwe lijkt een overgang, maar Ermeloërs zijn ook direct en openhartig. Ik houd ervan. Ik merk het in de gesprekken: binnen een paar minuten kom je tot de kern.”
“Zodra de maatregelen versoepelen willen we het kerkenwerk voorzichtig hervatten. Eerst in kleine groepjes. Gemeenteleden missen de dienst, maar ook het koffie drinken erna. Het sociale gebeuren. Dat hoor ik veel zeggen. Soms wil ik het onderwerp corona liever negeren in de preek, maar dat heeft geen zin. Het is onze realiteit. Momenteel sta ik er ontspannen in. Ik hoop op betere tijden. De toekomst ligt in Gods handen. Door alle lastige situaties heen, mogen we daar op vertrouwen.”

Verlichting
Hoop is de wind
die wieken laat draaien
zo gaat het al eeuwen
en de Molenaer
ben jij.
Hoop is de klank
van klokken die luiden
geen vuurwerk wel aandacht
bemoedigend
nabij.
Hoop is verlichting
die Ermelo toekomt
van ‘t Weitje tot het Centrum
en de kerktoren
daarbij.
Hoop is het anker
waarnemend aanwezig
met rotsvast vertrouwen
want de toekomst
zijn wij.
Sarah Scholts

“In het begin vond ik de maatregelen niet zo heel erg. Even geen bezoek? Nou ja, vooruit. Dat moet dan maar. Maar na een tijdje werden de dagen wel héél lang. Ik kon nergens naartoe. Niet naar het buurthuis, om te sjoelen en koffie te drinken. Want dat was in maart en april allemaal dicht. Ik mocht geen boodschappen doen. Dat deed mijn dochter Astrid. Alleen zij zocht mij op. Dat hadden we afgesproken met de verzorging. Dat was veiliger. Maar ja, ze werkt vier, vijf dagen per week en mijn andere kinderen Leo, Hans en Peter zag ik alleen op afstand. Dat was dus best stil.”
“Ik woon zelfstandig, maar krijg zorg aan huis. Soms verlang ik naar het verpleegtehuis. Dan heb je iets meer contact. Zeker in deze periode. Mijn gehoor is slecht, dus ik kan gesprekken moeilijk verstaan. Nu je overal afstand moet houden, hoor ik nóg minder. Bellen gaat ook niet. Afgelopen voorjaar heb ik wel veel gewandeld, maar vooral kleine rondjes. Door dat virus mocht ik alleen mijn eigen toilet gebruiken. Dan wil je niet te ver van huis af. Zag ik op straat een bekende, dan zwaaide ik alleen even. Nee geen praatje. Dat ging niet.”
“Ik heb stomazorg aan huis en de verzorgers waren duidelijk: ik moest alle contacten vermijden. Anders konden ze niet langskomen. Te onveilig. Ja, wat doe je dan? Een kaartspelletje dat je in je eentje kunt spelen. Veel puzzelen. Toch ben ik niet graag alleen. Dan ga ik mij vervelen. Gelukkig was er aandacht vanuit de kerk. Ook kwamen buurtkinderen tekeningen brengen. Dat vond ik zo mooi.”
“Ik hoop écht niet dat we hier nog lang mee zitten. Vooral de eenzaamheid vind ik naar. Ik ga op tijd naar bed en denk veel na over vroeger. Ik heb een mooi leven gehad en zeg weleens tegen mezelf: als het zo moet, dan hoeft het voor mij allemaal niet.”

“Slapeloze nachten heb ik niet gehad, maar ik vond het best spannend. Zeker in het begin, toen al die coronamaatregelen kwamen. Onze camping Kriemelberg Bushcamp is in de winter dicht. Het hoogseizoen is dus extra belangrijk. Door steeds weer nieuwe richtlijnen had je geen idee wat het jaar zou brengen. Eerst mochten we alleen mensen ontvangen die zelfvoorzienend waren in sanitair. Dat liep niet storm. Voor het eerst hadden we geen volle bak met Hemelvaart en Pinksteren. Het maakte mij wel even onrustig.”
“Half juni mocht het sanitairgebouw weer open. Vervolgens zaten we tot half september helemaal vol. We verhuren ook safaritenten en bungalows – écht alles vloog weg. Zo bizar. Gelukkig hielden de gasten zich aan de richtlijnen. Vooraf weet je niet hoe dat loopt. Alles is voor het eerst. We hadden een deursysteem bij het sanitair zodat er nooit te veel mensen naar binnen konden. En het weer was ook perfect. Voor zon hoefde je niet helemaal naar Zuid-Spanje.”
“Gasten vonden het jammer dat ze minder bezoek mochten ontvangen, maar onze kinderanimatie liep juist beter dan anders. Vanwege corona werkten we met kleinere groepen, waardoor er meer aandacht was. Ouders moesten hun kinderen vaak ophalen. Helemaal de tijd vergeten.”
“Het was voor ons een extra druk seizoen. Je maakt altijd wel lange dagen, maar nu kwamen er heel veel telefoontjes en mailtjes bij. Steeds weer vragen. Terecht natuurlijk, maar wel pittig. Dankzij de zomer is de schade beperkt gebleven. Dat geeft vertrouwen. Van nature heb ik een positieve instelling. Je doet wat je kunt. Dat betekent ook: aanpassen en opnieuw investeren. Er komt meer privé sanitair en we bouwen extra bungalows bij. Daar is veel vraag naar. We hadden net een groepsverblijf klaar, maar groepen ontvangen ligt lastig. Ja, da’s even zuur. Toch geloof ik gewoon: er komen betere tijden.”

“Wat? Niet naar school? Heb ik nu al vakantie? Maar dat examen dan? Dat was afgelopen voorjaar mijn eerste reactie. Scholen dicht? Hoe dan? Niemand wist hoelang het ging duren. Ik zat in 6 vwo op Groevenbeek en had helaas een paar tekortpunten. Dan ga je je toch zorgen maken. Over twee maanden zit ik in die examenzaal. Wat gaan ze doen?”
“Iedereen was in verwarring. Vanuit school konden ze niet alle vragen beantwoorden. Logisch. Direct na die persconferentie van Rutte kreeg ik wel vijftig berichtjes van klasgenoten. Sommigen riepen: yes, vrij! Anderen hadden twijfel. Ik ook. Ik ben maar gaan leren voor de toetsweek, want ik dacht echt: anders haal ik het niet. Maar middenin die week moesten we opeens stoppen. School stelde alle toetsen uit. Huh?”
“Ik vind het woord coronadiploma niet fair, want we hebben er echt voor gewerkt. Maar er waren wel veel mogelijkheden om zelfs een belabberde lijst nog op te krikken. Groevenbeek dacht goed mee. Dat de informatie vanuit school niet altijd helder was, kwam vooral door alle richtlijnen. Zo verwarrend. Ik ben uiteindelijk geslaagd zonder eindexamen te doen. Echt bizar. Ik kreeg een telefoontje, maar wist het al een paar weken. Je kon je cijfers gewoon uitrekenen. Geen feesten, geen examenreis. Ik zou naar Spanje gaan. Daar had ik mij enorm op verheugd. Maar helaas.”
“Ik doe nu Natuurkunde aan de Universiteit van Utrecht. Voorlopig blijf ik in Ermelo, want kamers zijn niet te vinden. Ik vind het lastig om in te schatten hoe het coronavirus onze toekomst gaat bepalen. Een vaccin zegt niet alles. Iedereen moet zich laten inenten. Gaat dat ook gebeuren?”
“We kregen nog een mooie diploma-uitreiking, maar het gevoel ontbreekt dat ik iets heb afgesloten. Misschien moeten we met oud-jaargenoten nog eens een borrel organiseren. Leraren erbij. Lijkt me niet verkeerd.”

"Toen Rutte in maart bekend maakte dat de horeca dichtging, had ik een gezin met twee kinderen in de zaak. Ze hadden net iets besteld. Een gekke situatie. Het was: borden leeg eten en meteen vertrekken. Even later kwamen nieuwe gasten, die moest ik ook teleurstellen. Ons grand café Peacock’s bleef daarna 2,5 maand dicht.”
“We deden alleen afhalen en bezorgen van maaltijden. Dat liep in het begin goed, maar vanaf 1 juni zakte dat ook in. Onze maaltijdservice Peacock@Home trok wel meer klanten. We bezorgen drie gangendiners. Juist nu is dat voor veel ouderen een uitkomst. Maar heel eerlijk: voor een maaltijd betalen ze iets meer dan acht euro. Als al het andere stilvalt, houd je daarmee de zaak niet in de benen.”
“Met acht mensen vast in dienst begon ik ‘m te knijpen. We bestaan twintig jaar, hebben veel trouwe klanten, maar alles wankelde. Ik doe alles samen met Daniëlle, mijn vrouw. Je wil geen afscheid nemen van personeel, maar de kosten gaan door. We konden nog besparen op parttimers. Vast personeel is de maaltijden gaan bezorgen. Samen hebben we ook de tuin aangepakt, het pand opgeschilderd, de keuken opgeknapt en alles extra schoongemaakt. Maar na anderhalve maand ben je daar wel klaar mee...”
“Stoppen heeft geen zin. Nu je zaak verkopen levert niets op. Je moet gewoon door. Gelukkig denkt de gemeente prima mee. Vanwege de lockdown trokken ze iets van de huurprijs af voor een stukje terras. Fijn. Maar voor die nieuwe regeling van het Rijk kom ik nét niet in aanmerking. Hadden we alles dicht gegooid, dan wel. Nu word je gestraft voor je inzet. Da’s zuur.”
“In de zomer konden we weer open. Juli en augustus waren topmaanden, maar daar maak je een heel seizoen niet mee goed. Dat geldt voor alle horeca. Ik voorspel een kaalslag. En nee, ik laat het hoofd niet hangen. Zeker niet. Maar het is een nare tijd."

“Dat het virus ook bij ons opdook, was voor mij geen schok. Al snel wist ik: dit krijgen wij ook. Ik ben huisarts in Ermelo en weet dat gezondheidsrisico’s erbij horen. Het voelde nu anders, omdat ik in februari zelf een hartinfarct heb gehad. Ik was al wel weer aan het werk, omdat ik sommige patiënten liever zelf wilde begeleiden. Een situatie rondom euthanasie draag je bijvoorbeeld niet snel even over. Maar ik zat dus nog middenin de revalidatie toen de uitbraak kwam.”
“Bang was ik niet, maar ik werd wel voorzichtig. Ik behoor nu ook tot een risicogroep. Daarom deed ik bijvoorbeeld geen coronaspreekuur. Inmiddels werk ik in deeltijd. Ik denk vaak: Astrid, schouders eronder, we gaan door. Ik voel mij bevoorrecht dat ik mág werken, want juist veel mensen raken hun baan kwijt.”
“Dit voorjaar zag ik ouderen in een isolement raken. Sommigen kregen gedragsproblemen. Ik vond die eenzaamheid echt schrijnend. Ja, wat doe je dan? Ik stak extra tijd in gesprekken, maar ook in coaching van verzorgers. Zo van: hoe sta je in deze crisissituatie mensen bij? Tijdens de eerste golf lag de reguliere zorg deels stil. Drie van mijn patiënten hadden zich niet gemeld en bleken later kanker te hebben. Daar schrik je van. Zo’n late diagnose wil je voorkomen. Corona of niet, ook de reguliere zorg moet door. Daar werken we nu aan. Inclusief mondkapjes en allerlei voorschriften.”
“Ik heb geleerd om het werk soms los te laten. Ik dacht altijd: o nee, de praktijk kan écht niet zonder mij. Maar in de afgelopen periode kreeg ik nóg meer vertrouwen in de professionaliteit van ons team. Het virus lijkt milder dan voorheen. Ook dat geeft hoop. En vergeet de jeugd niet: die past zich prima aan. Veel beter dan steeds is beweerd. Ook dat is positief. Als de hele groep verantwoordelijkheid neemt, dan kom je ergens.”

“Je zag eerst die beelden uit China en Italië. Eind februari zei ik tegen mijn man: dit gaat niet goed. Het kwam akelig dichtbij. Ik werk in de thuiszorg en ga per dienst soms wel twintig adressen af. Die mensen rekenen op mij. Ik dacht: hoe gaan we dat aanpakken? Maar ook thuis natuurlijk… We hebben twee kinderen van 10 en 13 en dan maak je je toch zorgen.
De maatregelen volgden elkaar snel op. Ons thuiszorgteam houdt kantoor in een verzorgingshuis. Alles ging op slot, dus we moesten via de achterkant naar binnen. Dat voelde zo vreemd. Ook onderweg probeerde je alles veilig te doen, maar je hebt een strak tijdschema en we kregen geen mondkapjes. Dat was in het begin nog geen beleid. Het gaf mij een onveilig gevoel. Ik wilde bescherming voor mijzelf, maar zeker ook voor ouderen.
Veel later veranderde de voorschriften en kregen wij ook beschermingsmiddelen. Mijn werkgever Zorggroep Noordwest-Veluwe vocht als een leeuw om die mondkapjes. Natuurlijk probeer je afstand te houden. Je wast je handen stuk en bij de deur stel je al vragen over eventuele klachten. Maar als je iemands steunkous aantrekt, dan is anderhalve meter afstand geen optie. Je doet wat je kunt, maar je kan niet toveren.
Ik liep tijdens mijn werk corona op. Ik kreeg hoofdpijn en had geen geur of smaak. Dat is nog steeds beroerd. Volgens de richtlijnen van dat moment moest ik doorwerken. Ik had geen koorts, was niet snotterig en voor ons waren geen testen. Maar het voelde niet goed, dus ik heb mij ziek gemeld. Vanwege de hoge werkdruk stond mijn werkgever niet te juichen, maar achteraf gezien was het een wijs besluit.
Er overleden cliënten door het virus. Zoiets heeft grote impact. Veel ouderen waren somber en verdrietig. Dat greep mij aan. Toch blijf ik optimistisch. Ik geloof in God en ik leef bij de dag. Dat stukje troost probeer ik ook aan cliënten over te brengen. Het is volhouden. Gewoon volhouden.”

“Of we baalden bij FC Horst? Natuurlijk. Vergeet niet: we stonden met ons eerste damesteam gewoon tweede in de competitie. We hadden zelfs twee wedstrijden minder gespeeld dan de koploper. Dat kampioenschap lag voor het oprapen. En toen kwam corona. Als ik eraan terugdenk kan ik er nog chagrijnig van worden. Het was mijn eerste jaar als trainer en het liep allemaal zo lekker. Met elkaar bouw je iets op. Alles klopte. Maar half maart zakte de moed snel in de schoenen. Het team heeft een appgroepje. Iedereen stuurde dezelfde berichtjes. Wat? Ah nee! Ja hoor, zal je net zien.”
“Een paar weken later voelden we allemaal wel aan: dit is einde competitie. En zo is het gegaan. Op een zaterdag in mei schoot mij door het hoofd: vandaag zou anders onze kampioenswedstrijd worden gespeeld. Daar denk je dan toch even aan. In die periode gingen trainingen niet door, je mocht niets. Onze dames zijn allemaal volwassen en kunnen zelf ook verzinnen waarom het gaat zoals het gaat. Maar je houdt eerst toch nog even hoop. De dames ook, superfanatiek. Geen types die het stiekem wel prima vinden dat ze opeens al die avonden en zaterdagen vrij waren. Ze stonden te trappelen, maar het was ons niet gegund.”
“In juni konden we eindelijk het veld weer op voor een paar trainingen. Heerlijk. We hebben wel eerst bij elkaar gezeten. Zo van: hoe hebben jullie dit beleefd? Bij iedereen was begrip voor de situatie. Sommige belangen wegen nu eenmaal zwaarder. Nu het nieuwe seizoen is begonnen, pakken we de draad gewoon weer op. Zelf heb ik die vrije uurtjes goed besteed. Mijn vrouw is nagelstylist en had een behandelruimte nodig. In die periode heb ik mooi onze garage verbouwd. Ah ja, ieder nadeel heeft zijn voordeel.”

“2020 zou een topjaar worden. We hadden echt een agenda vol prachtige projecten. Ons bedrijf Light-H-Art, waar tien mensen werken, mocht het licht verzorgen voor het Eurovisie Songfestival. Zoiets is de kers op de taart. We werken al jaren mee aan grote live evenementen. Zelfs tot in Dubai. Daarnaast doen we het lichtplan voor tientallen tv-programma’s: van Lingo tot The Voice of Holland. Maar het songfestival in eigen land… jongens, dat is uniek. Vrijdag 13 maart hadden we een laatste inhoudelijk overleg. Alles liep op rolletjes. Natuurlijk hielden we rekening met aanpassingen. Maar links- of rechtsom: het zou doorgaan. En toen kwam die persconferentie van Rutte…”
“Het was zo’n dreun. Ik verstijfde van schrik. Hoe nu verder? Al je werk is opeens onzeker. Na een week regende het afzeggingen. Alles klapte in elkaar. Agenda leeg, nul inkomsten, maar wel stapels rekeningen. Als er niets binnenkomt, is je buffer snel op. Om lonen door te betalen heb ik een regeling aangevraagd bij de Rijksoverheid. Binnen een week stond er geld op de rekening. Zo snel! Dat gaf zo’n enorme rust. Ik kon daarna ook beter nadenken over het vervolg.”
“Vanaf de zomer trok het werk aan, maar nu laait het virus weer op. Als ondernemer ben je kwetsbaar. Ik heb veel nagedacht en ook knopen doorgehakt. Een belangrijke poot van ons bedrijf is tv-werk. Daar richten we ons nu op. Nee, niets is zeker. Maar je moet aanpassen om te overleven. Ik ben enorm dankbaar voor alle hulp die ik kreeg. Ook het personeel is heel flexibel en behulpzaam geweest. In die rustige periode hebben we zelfs samen de bedrijfsruimte opgeknapt. Beetje schilderen en bijpraten. Ja, je moet er met elkaar doorheen. Het is niet anders.”

In 2020
Geen boeldag, geen EatnBeat
geen bokkentocht en intocht van Sinterklaas
in het verschiet
is alles anders.
En precies daar, in dat verschiet, zit het verhaal van de verandering.
En Ermelo verandert mee.
Van de BezorgBieb tot mobiele museum-vitrines.
Van de Hooge Riet verkoop online,
tot de hoogwerker bij het Kroondomein.
Niet voor schilderwerk, maar voor mensenwerk.
Een lach en een traan, over de rode loper en tegelijk YouTube gaan. Diploma gehaald
voor het leven.
Geen Fête de la Musique, geen herfstmarkt,
geen halve van Ermelo, wel een hele
hoop
doet leven.
De hoop van Ermelo
en dat verspreidt zich met een
reproductiegetal van één
komma vijf
meter afstand heb ik nodig om je helemaal te kunnen zien.
En ik zie je.
Ik zie wat je doet, wat je deelt en hoe jij onderdeel van het verhaal
van de ander wordt. De hoop en de verandering.
Het is besmettelijk.
Sarah Scholts